Op zoek naar de laatste van de big five.. - Reisverslag uit Kaapstad, Zuid-Afrika van Irene Tomson - WaarBenJij.nu Op zoek naar de laatste van de big five.. - Reisverslag uit Kaapstad, Zuid-Afrika van Irene Tomson - WaarBenJij.nu

Op zoek naar de laatste van de big five..

Door: Merijn en Irene

Blijf op de hoogte en volg Irene

23 Juni 2011 | Zuid-Afrika, Kaapstad

23-06-2011

Lieve allemaal,

Terwijl we dit schrijven razen we met de trein door de Karoo. Muts op, handschoenen aan, dikke trui aan en ook nog een deken omgeslagen, want het is hier koud! We zitten in de trein van Johannesburg naar Kaapstad (ja echt!) en rijden nu door een uitgestrekt, desolaat en droog landschap, met hier en daar wat droge struiken. Overal zien we grote (tafel)bergen, in de meest toffe vormen. Af en toe staat er een huis, met een windmolen en wat schapen. We hebben ook al wat hertjes gezien en vogels die leken op hertjes, of andersom. Helaas is de camera nog steeds boos op ons en blijft hij zijn lens ingetrokken houden, anders hadden we met liefde mooie plaatjes geschoten voor jullie. Misschien dat google earth in de omgeving van Beaufort West een impressie kan geven.

Maar laat ik eerst beginnen waar we jullie vorige keer hebben achtergelaten, enkele honderden kilometers noordelijker in Victoria Falls, in het noorden van Zimbabwe.

Volgens onze reisgids is Zimbabwe absoluut de moeite waard om te bezoeken. Maar, behalve de trein, schuwen ze elke vorm van openbaar vervoer. De wegen zijn slecht, de bussen vallen haast uit elkaar, de chaffeurs zijn allemaal dronken, dus vooral géén gebruik van maken!
Vorige week woensdag vertrokken we voor dag en dauw met een shared taxi naar de turn off voor Hwange National park.
Voor de mensen die nu een beetje in de war zijn en denken dat shared taxi’s ook een vorm van openbaar vervoer zijn, ik zal jullie uit de verwarring helpen. Dat zijn ze inderdaad. We hadden namelijk besloten het advies van de lonely planet in de wind te slaan en op het advies van de locals af te gaan. We hebben geen moment spijt gehad van onze beslissing. De tocht naar de turn-off was zonder incidenten over een prachtige geasfalteerde weg, de enige moeilijkheid was het verkrijgen van benzine want die was bij verschillende tankstations op. Bij de turn-off hebben we een lift gekregen van iemand die toch in het park moest zijn en voor de lunch waren we al in het main camp van Hwange National park.
We hebben de middag doorgebracht voor ons hutje omgeven door grote bomen met daarin honderden eekhoorns en allerhande vogels. Onze verrekijker en vogelboek hadden het druk!
’s Avonds hebben we boerewors gebraaid en aardappels gepoft bij het licht van de volle maan. Na het eten hebben we gekeken hoe de maan langzaam verduisterde en uiteindelijk zo goed als verdwenen was. Eerder op de avond hadden we schaduw van het licht van de maan, nu was het pikkedonker.

De volgende ochtend bij zonsopgang waren we alweer op voor een walking safari. Ondanks dat we een schat van een gids hadden, die ons een half uur in de koud had laten wachten, viel de safari een beetje tegen. In de bush kwamen we wat antilopesn, giraffes en zebras tegen en de gids wist alle namen van alle vogels, ook de kleine saaie bruine, maar de olifanten (waarvan er in het park duizenden zijn) lieten zich niet zien. Bovendien besloot tijdens de safari onze camera er mee op te houden. Ondanks allerhande probeersels is het ons niet gelukt hem weer aan de praat te krijgen.
Tot onze middag safari hebben we weer gechilld voor ons hutje en genoten van de activiteiten om ons heen.
Om drie uur werden we opgehaald voor tweede safari, ditmaal per auto. We zouden langs verschillende (artificiële) waterholes rijden in de hoop allerlei beesten, waaronder een neushoorn, te spotten. Onderweg naar de eerste waterhole kwamen we een grote groep sabelantilopes tegen, die zagen ze niet vaak, dus het beloofde een goede tocht te worden. Bij de waterhole zagen we wat zebra’s en een krokodil, maar we besloten snel door te rijden naar de grote waterhole. Daar konden we de auto uit op een platform, waar we uitkeken over een groep van 25 olifanten, evenveel giraffes en gnoe’s, wat hippo’s, krokodillen en een jakhals. Na een drankje reden we weer verder, maar helaas kwamen we alleen nog wat bushbucks tegen en bleef het verder leeg. We zijn dezelfde weg teruggereden, maar behalve een snelle blik op iets wat misschien een hyena was en wat gieren, heel in de verte, zagen we niets nieuws. De neushoorn had zich goed verstopt.
We hebben ’s avonds een prutje klaargemaakt en zijn vroeg gaan slapen, het was namelijk dodelijk koud als je te lui was om een vuurtje te maken.

- Het landschap is inmiddels al iets veranderd. Er zijn meer bosjes en verbouwing en af en toe zelfs groene akkers. De stationnetjes hebben trouwens fantastische namen zoals Kruidfontein en Leeurivier. Aan de horizon staat een regenboog. -

Vrijdag zijn we langs de kant van de weg gaan zitten en werden we al snel meegenomen door een pick-up in de richting van Lupane. Het was opnieuw een prima tocht en we hebben gezellig gekletst met de rangers die bij ons in het bakkie zaten. Van Lupane was het makkelijk om met een minibus in Bulawayo te komen.
Bulawayo was een vrij grote stad met straatverlichting, flatgebouwen, koloniale huizen en mega-supermarkten. Met onze tas op de rug gingen we op zoek naar de national parks office. Een tochtje dat vies tegen viel toen de kantoren op een heel andere plek bleken te liggen dan we dachten. Uitgeput kwamen we aan, om te horen dat onze plannen om zelf naar de Matopo’s te gaan schier onmogelijk waren als we niet $100 aan een taxi – enkele reis – wilden uitgeven. Dat viel tegen, maar om wat van het park te zien had je eigenlijk ook een auto nodig.
Na lang twijfelen besloten we met een tour (à $90 pp) mee te gaan, waarbij we ’s ochtends het vreemde landschap van de Matopo’s en de rotsschilderingen zouden bekijken en ’s middags neushoorns zouden gaan zoeken. ’s Avonds hebben we onszelf op een grote steak getrakteerd in een Wild West themed restaurant, waar we geserveerd werden door kerels in spijkerpakken.

De volgende dag werden we opgepikt door Ian, onze reisleider die dag en al vrij snel had hij onze harten veroverd. Terwijl we in een open auto, met 80 km/u door de vrieskou naar het park reden vertelde hij honderd uit over het park en Zimbabwe. Voor we het park ingingen pikten we wat andere mensen, van een overland truck, op.
Wat Matobo National Park bijzonder maakt in het landschap. In een heuvelachtig, door erosie gevormd landschap, liggen gigantische basaltkeien op bijzondere wijze op elkaar gestalpeld, in Zimbabwe worden ze balancing rocks genoemd.
Ian heeft ons een paar grotten laten zien met rotsschilderingen. Deze dateerden tientallen duizenden jaren terug naar het tijdperk van de bushmen. Hij was bijzonder gefascineerd door deze vreedzame jagers en verzamelaars en hij kon zijn enthousiasme goed overbrengen. We genoten bijzonder van zijn verhaal over hoe deze mensen, als ze een hert schoten, deze in een zitting opaten, waarbij hun billen al het overbodige vlees als vet opsloegen en soms wel twee keer zo dik konden worden. De schilderingen bestonden uit allerhande beesten en natuurlijk de bushmen zelf.
Opgegroeid in de bush wist Ian bovendien van alles de planten. Zo liet hij ons planten zien die gebruikt werden als gif voor de pijlen van de bushmen, maar ook een plant die hij ‘bushmens soap’ noemden. Als je deze kruiper gemengd met wat water tussen je handen wreef, kreeg je slijmerige bellen, die later restloos opdroogden. Volgens Ian hydrateerde het beter dan Nivea. Hij liet ons ook wilde olijven en ‘donkey berries’ proeven, en kauwen op een vrucht die hij ‘kauw-kauw’ noemde, een soort van kauwgom.
Voor de lunch stopten we in een dorpje, waar we op bezoek gingen bij Chief Mpondo. Deze zat opgedoft in een luipaardenvelrokje en een diadeem van struisvogelveren op ons te wachten. Hij begon, in de lokale taal vol met klikgeluiden, te vertellen hoe hij aan zijn naam en aan zijn luipaardenhuid kwam. We verstonden er natuurlijk geen snars van, maar gelukkig vertaalde Ian het allemaal. Daarna werd er gevraagd uit welk land alle bezoekers kwamen om vervolgens luid lachend te zeggen: “America... goooood!! Holland... goooood!!”. Al met al werkten de klederdracht en het enthousiasme van Chief Mpondo erg aanstekelijk en hebben we hartelijk mee kunnen lachen. Vervolgens werd er buiten een muziek en dansvoorstelling gegeven door de kinderen uit het dorp. Zoals de meeste van deze toneelstukjes was ook deze voorstelling niet bijzonder interessant, maar gelukkig was er een heel klein jongetje, gehuld in dierenhuiden, die zijn uiterste best deed om mee te dansen – maar niet veel verder kwam dan af en toe met een voetje op de grond stampen en met zijn handjes zwaaien – die uiteindelijk de show wist te stelen. Natuurlijk werden er ook souvenirs verkocht maar we konden het niet helemaal met de verkopers eens worden over de financiële waarde van de verkoopwaar.
Na dit culturele uitje hebben we lekker geluncht en zijn we naar het wildpark gereden. In het park woont een redelijk aantal neushoorns en het vinden van een (of meerdere) van de neushoorns was dan ook het doel van de safari. De middag begon hoopvol met verse neushoornpoep en sporen in het zand. We zijn meteen de auto uitgestapt en hebben het spoor gevolgd tot aan een open plek waar Ian verwachtte dat we een neushoorn zouden vinden. Helaas was de neushoorn alweer verder gelopen en zijn we terug gegelopen naar de auto. We hebben lang rondgereden en zijn af en toe wat giraffes, zebra’s, hertjes, wilde zwijnen en hippo’s tegengekomen, maar de neushoorns lieten het voor alsnog afweten. Uiteindelijk hebben we een heel groot deel van het wildpark gezien maar is het niet gelukt om daadwerkelijk een neushoorn te zien. Om vijf voor zes kreeg Ian nog van een andere auto te horen dat zij net een neushoorn hadden gevonden, maar toen was het al te laat, om zes uur ging het park namelijk dicht.
We hebben de mensen uit de overland truck teruggebracht naar de camping waar we nog met ze meegegeten hebben en zijn daarna door Ian teruggebracht naar ons hotel in Bulawayo. Matobo is een prachtig park en ondanks dat we geen neushoorns hadden gezien was het een ontzettend leuke dag.

Na Bulawayo wilden we naar Great Zimbabwe gaan, de overblijfselen van de oudste civilizatie (gebouwd rond 1400) in Zuidelijk Afrika, vlakbij het huidige Masvingo. De vorige dag was ons aangeraden om te slapen bij Norma Jeanes, een lodge enkele kilometers buiten Masvingo met uitzicht over lake Mutirikwe (voorheen lake Kyle), het op een na grootste meer in Zimbabwe. We hebben in twee etappes naar Masvingo toe gelift, dat is de beste – zo niet enige – vorm van openbaar vervoer op sommige plekken in Zimbabwe. Op het feit na dat de chauffeur van onze eerste lift af en toe stopte om een blikje bier te kopen zodat ‘ie lekker wat te drinken had tijdens het rijden, was de rit naar Masvingo koek en ei. Aangekomen in Masvingo hebben we gebeld naar Norma Jeanes om te vragen hoe we er moesten komen en na wat gedonder met minibusjes, hebben we een lift achterin het bakkie van een oude pickup gekregen. De mensen bij Norma Jeanes waren bijzonder verrast om twee reizigers te mogen verwelkomen die zonder eigen vervoer de weg hadden weten te vinden naar hun lodge. Daar aangekomen hebben we onze tent opgezet, genoten van de zonsondergang aan de andere kant van het meer en grapefruits gegeten uit de bomen op de camping. Toen we vertelden dat we de volgende naar Great Zimbabwe wilden werd ons aangeboden dat we mee konden rijden met Robby, de broer van de eigenaresse. Robby moest in de stad zijn en kon ons wel afzetten bij de oude stad en als we er niet langer over gingen doen dan een uur of drie kon hij ons ook weer mee terugnemen naar de lodge. Dat aanbod konden we natuurlijk niet afslaan!

Na een ijselijk koude nacht in de tent konden we genieten van de stille ochtend op de camping. In de auto op weg naar Great Zimbabwe maakten we kennis met Robby. Een man van ongeveer 65 die zijn hele leven in de bush had gewoond in Zimbabwe en Mozambique. Na lang als karpentavisser te hebben gewerkt, had hij zich nu aangesloten bij zijn zus en haar hotel. Hij waarschuwde ons niet te veel te geloven van wat de gids zei (“Hoe kunnen ze ooit zelf zoiets gebouwd, hebben en nu in poep-riet huisjes wonen?”) en beloofde ons later weer op te halen.
Met een gids beklommen we eerst de heuvel waarop het oude koninklijke paleis had gelegen. Onderweg kwamen we al heel wat muren tegen die gebouwd waren in de stijl waar Great Zimbabwe bekend om staat. Doormiddel van hitte hadden de bouwers schillen graniet afgesplitst waarvan ze handzame bouwstenen maakten. Deze waren, zonder cement, op elkaar gelegd om zo de muren van de verschillende bouwsels te maken.
Boven hadden we een prachtig uitzicht en zagen we de rots in de vorm van een vogel, die waarschijnlijk gediend heeft als inspiratie voor de stenen vogel die de vlag van Zimbabwe siert. De Zim ruins zijn een van de weinige dingen die ik me herinner aan een eerder tripje naar Zimbabwe. Deze herinneringen klopten grotendeels.
Daarna zijn we naar de ‘Great enclosure’ gegaan, het mooiste en grootste bouwwerk van de ruins. Een 200 meter lange ronde muur, die op sommige stukken 10 meter hoog was en 6 meter breed. Daarbinnen hadden vroeger de vrouwen van de koning gewoond. Binnen de muren staat ook een 12 meter hoge toren met een diameter van 5 meter, waarvan tot op de dag van vandaag niemand weet waarvoor hij diende. Sowieso is er weinig echt bekend over de ruins. Er zijn absoluut geen documenten die de bouw of de functie beschrijven. Alles wat men weet is speculatie van archeologen. Zo is ook niet duidelijk waarom rond 1700 de vestiging verlaten is.
Na een bezoekje aan het museum was onze tour besloten. We zijn zelf nog even een extra rondje gelopen tot Robby ons weer kwam ophalen.
Rond vier uur die middag zijn we met Robby en zijn honden naar de dam van Lake Mutirikwe gaan kijken. Deze was in de jaren 60 gebouwd en bood een geweldig uitzicht over het meer en de omgeving. Na wat rondwandelen op en rond de dam zijn we weer teruggekeerd naar de lodge, waar we bij Robby thuis nog een kopje koffie hebben gedronken. Ik geloof dat hij niet vaak zo contact had met zijn jonge bezoekers en hij leek duidelijk te genieten van ons gezelschap. Wij genoten ook van een weer heel andere eccentrieke Zimbabweaan.
’s Avonds hebben we genoten van een luxe driegangenmaaltijd en warm binnen op de bank gelezen voor we ons, met een extra deken, aan een koude nacht waagden.

De volgende ochtend hoefden we nog geen 5 minuten te wachten op een lift naar Masvingo. Na wat rondvragen, bleek dat er zat bussen vertrokken naar Johannesburg, maar deze reden allemaal ’s nachts. We hadden dus niet veel meer keus dan onze tas achter te laten en een dag door te brengen in Masvingo. Dit hebben we gedaan door veel winkels binnen te lopen en niets te kopen, twee keer een uur te internetten en veel tijd door te brengen in bars en restaurants. Het was niets warm in Masvingo, maar helaas waren al onze warme kleren in de tas bij de bus.
Na een prima maaltijd hebben we een taxi genomen naar waar de bus vertrok. Deze zou om half 8 vertrekken, maar kwam uiteindelijk niet voor 9 uur aan. Brrrrrrrrr.
De tocht in de bus was verder prima. We hebben best redelijk geslapen en hoewel we slechte verhalen hadden gehoord over de grenspost (dat het uren duurde voor je aan de beurt was), waren we daar ook redelijk soepel doorheen.
Door de vertragingen kwamen we pas rond 11 uur aan in Johannesburg. Vies en hongerig wilden we niets liever dan eten en wassen, maar eerst moesten we wat dingen uitzoeken. De trein naar Kaapstad viel snel af als doorreis optie, omdat er geen bedden meer beschikbaar waren. Na een ontbijtje belsoten we een derde klas ticket te kopen naar Kimberley, om vanauit daar met de bus verder te reizen naar de grens met Namibie, waar we gaan kanoen. De bus van de Namibische grens naar Windhoek hebben we, met wat moeite geboekt, alvast geboekt.
De treinreis begon wat moeizaam, de motor was stuk en was pas na 2,5 uur gerepareerd. Na navraag bij de conducteur bleek echter dat er misschien toch nog slaapplekken waren, maar wel pas na een zeker station. Omdat we nu pas rond 11en in Kimberley zouden aankomen besloten we de plannen weer om te gooien en toch naar Kaapstad te gaan.
Rond 7 uur mochten we onze kabine in, we hebben met zijn tweeen 6 bedden, die omgebouwd kunnen worden tot banken tot onze beschikking. En het mooist is nog wel; ze hebben een warme douche!
Schoon en warm hebben we lasanga en beesstew gegeten en zijn niet lang daarna gaan slapen.

Vandaag zijn we vroeg opgestaan om te genieten van het uitzicht en dat doen we nog steeds. Nu is het landschap weer een beetje groener, wat glooiende heuvels, met in de verte hoge bergen met veel bewolking en wederom een prachtige regenboog. Het is bijna tijd om weer wat te eten. Misschien wel weer de lasagne.

Jullie horen weer van ons uit Kaapstad!

Liefs Irene en Merijn

p.s. Nog een klein na bericht uit Kaapstad. Na een mooie reis zijn we neergestreken in een mooie bed en breakfast waar we hartelijk zijn ontvangen door de eigenaar en een andere gast. Gezellig met zijn vieren wezen eten bij een Thais restaurant. Lekker eten. Dat belooft veel goeds nog de komende dagen.

  • 25 Juni 2011 - 13:20

    Gemma:

    Alweer een heel lange en leuke blog van jullie gelezen en in gedachte mee gereisd. Ook een slecht geweten gehad, want wij wilden al op jullie bericht over het Nyika-plateau reageren. Want Irene, daar was jij al een keer met ons. Met zijn viertjes (Connie, Matthias, Irene en Gemma) hebben wij een lange tocht met de landrover naar de Afrikaanse "Grabenbruch" gemaakt, met het plan van boven naar beneden in de ravijn te kijken. Dat lukte niet, want het hele dal was vol nevel!
    Wij hadden een huisje met kok gehuurd, die de leuke bonte boontjes, die wij op de markt gekocht hadden, lekker voor ons toebereidde. Toppunt van luxe: Een oud gordijn als tafellaken. Ook hadden wij kaarsen vergeten meetenemen, zodat wij om 9h al naar bed gingen. Ik sliep ook meteen, maar was om 12h weer wakker. Wat duurde het toen lang, tot de zon weer opging!
    Matthias en ik waren ook bij de Victoria-Falls; een prachtige herinnering! Zulke gevaarlijke sprongen als jullie hebben wij niet gemaakt. Het enige gevaarlijke avontuur was een bijna "hautnahe" ontmoeting met bavianen.
    Wij zijn ook bij een early morning drive achter een neushoorn aangeweest, maar niet verder gekomen als een paar voetsporen. Als proviant hadden wij 2 mandarijntjes meegenomen, die wij met de gids en de andere deelnemers deelden; ik las wat van drankjes onderweg!
    Wij hebben in Vallendar ook exotische dieren in de tuin: eekhoorntjes en vliegende herten (lucanus cervus).

    Ik vraag mij, hoe kunnen jullie dat allemaal dragen: tent, dikke truien, dekens?

    Groetjes, ook van Matthias en de verliefde Kasimir

    Gemma

  • 27 Juni 2011 - 09:56

    TheoNelly VJaarsveld:

    Helaas lopen in Kaapstad geen rhino's maar je moet iets hebben om terug te gaan.
    Er blijken veel rhino's te zitten in het Hluhluwe-park. Helaas zijn jullie daar met de trein omheen geraasd. Het ligt nl boven Durban en dus niet op de weg naarde Kaap.

    Maar de Kaap is ook erg mooi, het ligt wel wat kilometers onder Kaapstad maar dan kom je ook via de Twaalf Apostelen, Houtbaai enz. Kortom mooi, mooi.
    Geniet ze.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Irene

Actief sinds 17 Maart 2008
Verslag gelezen: 257
Totaal aantal bezoekers 52862

Voorgaande reizen:

01 Februari 2017 - 28 Februari 2017

Colombia

07 Oktober 2015 - 24 December 2015

Oostwaarts vanaf Bali

04 Februari 2011 - 01 Augustus 2011

Van Tanzania tot Namibie

24 Oktober 2009 - 05 Januari 2010

Singapore

03 April 2008 - 05 September 2008

Afrika 2008

Landen bezocht: